Dr Jekyll and Mr. Hyde

 

Onze Kai krijgt elk jaar in Januari een castratiechip. Dit is een chip die er voor zorgt dat er telkens een klein beetje medicatie afgegeven wordt waardoor hij geen testosteron aanmaakt. Dus niet elke loopse teef bespringt. Het maakt hem namelijk niet uit wie en hoe, groot of klein, niet kieskeurig. De chip gaat een jaar mee en breekt dan af, dus hij heeft niet allerlei lege chippies in zijn lijf.

Meestal merkten wij in November al dat het ging uitwerken. Meer blaffen, mot zoeken met andere reuen, zichzelf oppompen om te laten zien hoe stoer hij wel niet is. Overgeven en elk plasje belikken, de tijd nemen om overal uitvoerig te snuffelen en graag zo hoog mogelijk plassen. Hij schopt graag in de aarde met daarbij lekker grommen. Dat doet hij graag maar als het uit aan het werken is, wel heeel erg graag.

Kai is van nature dus best een dominant mannetje die diep in zijn hart een kruimeltje is en op kijkt naar stoere jongens.

Dit jaar ging November en December rustig voorbij. En groeide er hoop dat het misschien niet meer hoeft. Het is namelijk niet goedkoop. Wij hebben hiervoor gekozen omdat ik niet graag een castratievacht wil verzorgen. Na een  gewone castratie heb je namelijk een grote kans dat zijn dikke ondervacht doorgroeit en er voor zorgt dat hij eruit ziet als een ontplofte hond waar je dus met moeite nog met een borstel doorheen komt. Even proberen met een gewone castratie of het bij hem ook zo is gaat niet. Eenmaal weg blijft weg.

Maar toen werd het Januari, hij begon over te geven. Niet vaak maar toch. Hij liep niet maar zweefde ongeveer een halve meter van de grond, zo groot maakte hij zichzelf. Staart mooi in de plooi en iets hoger waardoor hij nog groter leek. Kop omhoog. Eerlijk gezegd is hij dan prachtig. Het (grote) nadeel is dat je niet meer lekker loopt. Hij zoekt mot, wil even duidelijk maken dat er niet met hem te sollen valt. Heeft hij een zwak voor puppies en kleine honden, nu niet. Luisteren zal je. Pffff.

Jip en de katten moesten het ook ontgelden. En om alles en niks blaffen.

Dinsdag was ik er zo klaar mee, het is zo vervelend om bij elke bocht te kijken of er misschien iemand met een hond aankomt. Dus ging hij uit voorzorg sneller aan de riem. Ik moet wel zeggen dat hij gelukkig nog steeds wel luisterde maar voor hoelang?

Bij thuiskomst dan toch maar een afspraak gemaakt. En donderdag kon ik terecht. 

En dan mogen we weer. Hij vindt het heel gezellig in de wachtkamer. Maakt graag een praatje met iedereen en zit gezellig naast mij te wachten. en dan gaat de deur van de spreekkamer open. Dan besluit hij dat hij mij het lolletje wel gunt maar dat hij afhaakt. De dierenarts houdt al rekening met Kai, zorgt ervoor dat ze drie man sterk zijn. Twee assistenten die hem in de houdgreep houden, muilkorf om en ik op afstand (coronamaatregel, ik mag er niet bij) hem kalmerende woorden zeggen. Hij is zo verschrikkelijk bang dat het kwijl uit zijn bek loopt, mijn maag draait er van om. Maar dan is het weer gebeurd en zijn we er weer een jaar vanaf. De assistenten hebben hun fitnessoefeningen gehad, 1 assistent heeft er een kaakslag aan overgehouden en ik ga weer zo snel mogelijk met hem naar buiten waar Peter ons opwacht om hem van mij over te nemen zodat ik rustig kan afrekenen. Ze weten daar hoe makkelijk, zachtaardig watje en lief hij is maar in de spreekkamer ontpopt hij zich als een monster. Dit is overigens niet alleen met de prik hoor, als ze in zijn oor wil kijken gaat hij ook helemaal door het lint. En waarom? Ik kan niets verzinnen waardoor hij van Dr. Jekyll, Mr. Hyde wordt.