En we mogen weer verder.

Wat kan je leven in een paar seconde zo helemaal anders zijn. Zo zit je in de tuin in het zonnetje en zo stap je in de wereld die gezondheidzorg heet. Ik heb één keer in mijn leven in het ziekenhuis gelegen en dat was met de geboorte van onze oudste dochter. En dat is ook al weer 29 jaar geleden. Nu had ik het volle pakket. SpoedEisendeArts aan je bed. Ambulance, Sint Franciscus Gasthuis, opname, inwendige echo, sonde( dubbele want ik kreeg ook er voeding doorheen), een stang met vier zakken infuus, op zaal liggen met verschillende mensen, lieve, mooie, grappige, maar ook die ik liever zag gaan dan komen.


Wat mij ziek maakte was een ontstoken alvleesklier en galblaas. De galblaas moest met spoed eruit maar door de hoge infectiewaarde kon het niet doorgaan. Dat werd 6 weken uitgesteld. Eerst de ontstekingen aanpakken en aansterken.


De eerste week was ik nergens, te ziek om te praten. Mijn bezigheid was het kijken naar de wolken en vogels. Verder was er ook niet veel te zien, ons uitzicht was een dak met beton en steentjes.

Mijn eerste buur was een vrouw waarbij het bezoekuur haar hele familie op visite kwam. Peter is daarom door mij naar huis gestuurd, ik kon zoveel gewoon niet aan. Kleine kinderen renden heen en weer, keken onder het gordijn van mijn overbuurman die op dat moment geholpen werd. Met al mijn kracht die ik had, dus ongeveer 0,40 %, vertelde ik dat ik dat toch wel erg respectloos vond en of ze de kinderen bij hun konden houden. Waar ik het lef vandaan haalde. Het werd dus niet beter maar ik kreeg dus de hele familie over mij heen. Na het drukken op de bel is de hele familie met patiënt vertrokken. Dat gaf gelijk rust.

Voor even.

Mijn nieuwe buur was een man met een dwangstoornis. Overgeven. En laat ik daar erg gevoelig voor zijn en daarbij misselijk door de morfine. Met gevolg dat ook ik ging overgeven. Hij ging na twee nachten weer van de afdeling en ik was een sonde rijker. Het was een buis met twee slangen. Eentje kwam in mijn dunne darm waar sondevoeding in kwam. De andere kwam in mijn maag. Die zorgde ervoor dat alles wat in mijn maag kwam er uit geheveld werd. En dat was later ook een probleem. Doordat de buis tegen mijn huig zat moest ik voortdurend kokhalzen. Dat zorgde ervoor dat de slang van de dunne darm in mijn maag kwam. Daardoor kwam dus de sondevoeding in mijn maag en uiteindelijk in het zakje naast mijn bed. Ondertussen werd ik alleen maar beroerder, de voeding kwam letterlijk mijn neus uit. Maar niet bij machte om er wat van te zeggen. De verpleegkundigen waren heel lief, vroeg ik om ijs dan kreeg ik dat ook al was het midden in de nacht (ijs zorgde ervoor dat ik minder last had van de slang in mijn keel maar dat werkte maar voor even). Je kon mij uittekenen met een kotsbakje naast mij in bed. Ik vond het heel naar voor mijn medezaalgenoten maar kon er niks aan doen. Het was mijn overbuurman die mij erop attendeerde dat er iets niet klopte. Ipv de 200 ml die uit je maag mag komen was het bij mij 850 a 900 ml. De slang ging eruit en ik knapte gelijk zienderogen op.

Mijn laatste buur was een Marokkaanse vrouw. een mooi mens. Was fijn om haar naast mij te hebben. Mooie gesprekken mee gevoerd. 

Na 11 dagen mocht ik naar huis.

Maar ooo, wat was het fijn om weer thuis te zijn. Kai was helemaal door de dolle en Jip wilde alleen maar in de buurt liggen. De katten wilden het liefst allemaal op mij zitten. En dat probeerden ze dan ook. Muis had de voorkeur om op mijn keel te liggen. Saartje eiste mijn buik. Floyd op mijn benen. Broke zag dat het verstandiger was om naast mij te gaan liggen. Daar deed ze wijs aan anders werd het haar zeer duidelijk gemaakt met hun stilettonagels. Ik vond dat zo lief maar na een tijdje was ik het ook wel zat. Ik kon mijn kont niet keren. Maar daar hadden ze alle begrip voor. Zoek maar een beter plekje dan zoeken wij het weer op jou. Zucht.
Uiteindelijk werden ze even opgesloten. Het was gewoon soms te veel. Ook voor de honden was het wennen. Waren ze gewend om elke dag 2 a 3 uur te lopen moesten ze nu nemen met rondje park. Ik denk dat Jip het niet heul erg vond, sterker nog, gewoonweg blij. Voor Kai was het een ander verhaal, hij legde zich er maar bij neer. Het kon ook gewoon niet anders.

Naast dat Peter al een baan heeft waar gemiddeld 60 uur per week in zit was hij ook opeens dierenverzorger, huisman en mantelzorger.

Een aantal dagen later lag ik weer in het ziekenhuis. Dit keer op de hartafdeling. Na een avond onderzoeken, een nacht met een kastje en de volgende dag de fietstest mocht ik er naar huis. Alles was prima in orde. De klachten kwamen door…jawel, door de galblaas.

Na een week zijn we weer naar de polder gegaan. Met de auto. Je ziet wel eens van die filmpjes met koeien die in de lente weer naar buiten mogen. Nou… zo was dus ook Kai. Helemaal blij. Springen in de lucht, blaffen naar alles en niks. Naar ons toe rennen met zo’n hoofd met, leuk hé!
Dit deden we elke avond en het rondje steeds groter. Tot ik weer zelf met de honden weg kon. Geen uren maar dat maakten voor de honden geloof ik niet zo uit. Het was overdag toch veel te warm. Ik kwam altijd wel bekende honden tegen dus kon Kai zijn energie wel kwijt met spelen.

Na vier weken kreeg ik groen licht dat de galblaasoperatie kon doorgaan. De oproep zal geen maanden duren, eerder weken. Alleen maar goed, tenslotte zou hij vier weken geleden er al uit zijn gegaan.

Maar het ging toch even anders. Nadat ik bij de chirurg was geweest kreeg ik een brief voor de screening pre-operation en wel 25 juni. Dus een maand later. Wat was ik teleurgesteld. Want wanneer dan de operatie? Ik merkte dat de galblaas mij ziek maakte. Tenslotte waren mijn infectiewaardes wel gedaald de andere waardes waren gestagneerd of waren weer stijgend.
En ik hoorde ook van veel mensen dat de operatie zelf dan nog wel even op zich laat wachten. Heel veel mensen pas na twee maanden. Op advies van mijn zus toch maar even naar het ziekenhuis gebeld om te vragen of zij mij wilden uitleggen hoe dat kan? Spoed en dan toch zo lang wachten. Ik had aardige mensen aan de lijn die met mij mee dachten. Als eerste werd de screening van 25 naar 4 juni verplaatst. Dat scheelde alweer 3 weken. Ook werd ik op de lijst gezet van de afbellers. En de arts zou mij nog even bellen. Bij de screening pre-operation heb ik het nog een keertje aangezwengeld. Ze zagen nu dat er nu wel spoed bij stond (?) Maandag de screening, woensdag werd ik gebeld en vrijdag ben ik geopereerd. Wat een opluchting. En bleek mijn galblaas nog steeds geïnfecteerd te zijn.

Nu is alles echter klaar en kunnen we er verder. Weer plannen maken en verder kijken. Helemaal klaar nog niet want ze willen nog niet van mij af. Maar dat zijn maar bezoekjes.

Ik heb nu haast drie maanden te maken gehad met de gezondheidzorg. Ik heb me ook niet gerealiseerd dat ik zo ziek ben geweest en dat ik heel veel geluk heb gehad. En ik ben ook weer blij dat ik er niet meer van afhankelijk ben.

Kijk, ze hebben er allemaal voor gezorgd dat ik weer beter word. Sommige verpleegkundigen werken met hun hart en anderen met theorie. Maar ze waren allemaal zo lief en niks was te gek.

Ze hebben prachtige computers waar al je gegevens ingezet kunnen worden. En dat we toestemming hebben gegeven dat het dossier door iedereen bekeken mag worden. Alleen jammer dat (misschien tijdnood) niet alles erin gezet wordt en / of gelezen wordt. Waardoor je alles tig keer moet vertellen of dingen niet doorgegeven worden.

Wat ik niet prettig vond dat er mensen voor mij een programma hadden gemaakt, let wel, om mij beter te maken. En dat was natuurlijk fijn alleen wist ik van niks. Een voorbeeld is dat ik een diëtiste had. Ik had haar nooit gezien dus zij mij ook niet maar ze had wel een mooi programma voor mij verzonnen. Hou ik niet van. Ik wil graag weten met wie ik te maken heb. Toen ik uiteindelijk met haar kennis maakte was het leed geleden. Het klikte niet tussen ons. Zij besliste en ik zei al bi voorbaat dat ik het er niet mee eens was. Ik had helemaal geen vertrouwen in haar omdat haar adviezen nergens op sloegen, vond ik, hihi.

Zo ook met artsen, ik zie elke dag dezelfde arts aan mijn bed, ga je ervan uit dat dat je arts is. Kom je op controle zit er een stikvreemde man achter zijn bureau.

Mijn conclusie is over deze periode, alle mensen in het ziekenhuis hebben 1 doel, hard werken om je weer beter te maken. Alleen vergeten sommigen dat de patiënt een flink stuk mondiger is geworden. En dat moet ook wel want in de gezondheidzorg is echt dat brutale mensen de halve wereld hebben. Doe je dat niet dan gebeurt er niks of kunnen dingen anders uitpakken. Altijd alert blijven en voor jezelf opkomen. Maar.....ze hebben er allemaal voor gezorgd dat ik weer verder kan en mag met mijn leven en daar ben ik dankbaar voor.

Maak jouw eigen website met JouwWeb