1ste van Leyden Gaelstraat

Of het nu komt dat we binnenkort weer Opa en Oma worden maar ik ben de laatste tijd zo bezig met het verleden. Het lijkt net of de tijd vooruit rent en ik het maar net bij kan houden. En soms niet. Dan snap ik er helemaal niks van.

Ik geef toe dat mijn lichaam soms aandoet als een tachtigjarige maar mijn hoofd blijft echt hangen bij dertig.

Dan is het best raar dat je eigen kinderen richting de dertig gaan en dat onze kleindochter Oma tegen mij zegt.

Het is namelijk nog altijd zo dat je verstandelijk dingen best kan benoemen maar gevoelsmatig erg achterblijft.

Zo hadden we het een paar weken geleden over kinderboeken. Dat kwam omdat ik een grote doos boeken van de vliering had afgehaald waar onder andere kinderboeken in zaten. Als je daar aan terug denkt dan komen ook de verhalen naar boven. Het was niet allemaal rozengeur en manenschijn maar wel heel gemakkelijk. Al zag je dat toen echt heel anders.

Ik ben nog maar 54 jaar en toch kan ik al een boek schrijven over vroeger. Heel veel momenten zitten heel vers op mijn netvlies. Ook zijn er dingen die ik niet meer weet en dat is ook prima. Zal zo z'n reden wel hebben.

 

 

Wij hebben als gezin met 3 meiden in de 1ste van Leyden Gaelstraat gewoond. Het was een huisje wat lager stond dan de straat. Dus je had geen opstap maar een afstap. Dat vertel ik niet voor niks, kom ik later op terug.
Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Drenthe. Mijn vader in Fluitenberg, onder de rook van Hoogeveen. Mijn moeder uit Gijselte, gemeente Ruinen. Allebei mijn Opa's hadden een veeboerderij en moesten hard werken. Mijn vader wilde ook wel hard werken, heeft hij ook gedaan, maar niet op een boerderij. Hij wilde wat anders.

 

 

 

 

 

 

Mijn ouders voor de openslaande deuren in de van Diepenbrockstraat.

 

 

Zo kon hij aan de slag bij de Nederlandse Spoorwegen. Helemaal in het westen, Vlaardingen. Hij ging daar in de kost bij een schoenmakersfamilie in de 1ste van Leyden Gaelstraat. Mijn moeder bleef hoogzwanger achter totdat er voor hen samen en uiteindelijk met z'n drieen een plekje was. En dat kwam, en wel in de diepenbrockstraat. Alleen wel met z'n tweeen. De baby, een jongetje, is een aantal dagen na de geboorte overleden. Zeer verdrietig en ontheemd kwam mijn moeder naar de stad. De stad met heel veel gereformeerde regels die ze in Drenthe niet hadden. Ze hadden het niet makkelijk. Van zandgrond naar kleigrond. Drents dialect naar Vlaardings dialect En dan ook nog eens inwonen bij een oudere man. Mijn ouders achter en die man voor. Was nog niet driehoogachter. Dit was op de begaande grond. Maar het principe was hetzelfde.

Mijn oudste zus heeft daar een tijd gewoond. Ook mijn moeder's derde zwangerschap. Maar die draaide ook uit op een drama. Kindje is tijdens de bevalling overleden.

 

Mijn vader in het seinhuisje aan de paralelweg.

 

Mijn ouders met oudste zus in 't Hof

Toen mijn moeder weer zwanger was van mijn andere zus kwam er een huisje beschikbaar in de 1ste van Leyden Gaelstraat. Op nummer 42.

Mijn moeder lag in het ziekenhuis, oudste zus woonde tijdelijk bij mijn tante en mijn vader was naast zijn werk aan het klussen zodat de nieuwe baby in een eigen huis kwam.

Dat huis staat er niet meer maar in de Eendrachtstraat staan nog precies dezelfde huizen. Er werd enorm getimmerd en geklust. Van twee slaapkamers en een flinke overloop moesten vier slaapkamers gemaakt worden. Voor mijn ouders en oudste zus een kamer. Mijn andere zus en ik moesten een kamer delen. De laatste kamer was de logeerkamer voor als er mensen overkwamen uit Drenthe.
Er was geen badkamer dus die werd gemaakt bij de keuken. Niet zoiets met wat we nu hebben. Nee, wassen bij de kraan in de keuken en douchen bij de professorisch in elkaar gezette douche. Hij deed wat hij moest doen en dat was het dan ook. Wij hadden het luxer, een bad. Van zink. In de serre.

 

We hadden daar een heerlijke tijd. Fijne buren en genoeg ruimte om te spelen. Niet voor de deur. Het was een smalle straat met tegenover ons de firma Lensvelt. En Lensvelt had hele grote vrachtauto's. We woonden aan een straat die een doorgangsroute was voor de andere straten verder op. Zoals de Binnensingel etc. Daardoor speelden we in de straten achter ons. De 1ste Maasboschstraat en de 1ste Spoorsingel. Er woonden veel kinderen in de buurt en we zaten allemaal op dezelfde school. De kleuterkinderen moesten zich verzamelen bij slagerij van Maarleveld. Daar stond een juffrouw of Mevrouw op ons te wachten en bracht ons naar school. Nu denk ik dat het gewoon een moeder was die dat deed. En zo grappig, in mijn herinnering had ze een blauwe paraplu. Maar dat was natuurlijk geen paraplu maar de markies van de slagerij.

 

Een jaar later hoefden we niet meer mee te lopen. Mijn buurjongen was een jaar ouder. We werden door onze moeders naar de overkant gebracht en samen liepen we dan naar school. De kleuterklassen zaten beneden en de grote kinderen zaten boven. Moesten een grote brede trap op.

Kippies

Ik keek letterlijk tegen ze op. Ook ik kon eventjes genieten van de grote trap. Mocht ook gelijk nablijven op mijn eerste dag. Ik ben linkshandig en moest na schooltijd rechtshandig leren schrijven en tekenen. Schrijven is gelukt maar tekenen doe ik nog steeds het liefst met mijn linkerhand. Ik vond het verschrikkelijk. Nu ben ik daar wel dankbaar voor. Ik kan het nu allebei.

Ik kan mij nog veel herinneren van de kleuterschool. Niet de jufs en ook niet de kinderen maar wel wat we deden. Spelen met zand in de zandtafel, Roodkapje zingen en spelen. Ik was altijd de boom. Poppenkast, ik had zoveel fantasie dat voor mij Jan Klaassen echt leefde. Ik zie de juf met de pop door de klas lopen en toch leefde hij. Sinterklaas op school. We kregen allemaal een oranje schetsboek met kleurpotloden.

Thuis had ik altijd een vriendje om mee te spelen. Dat was toch wel een rijkdom. Zij hadden een schommel in de tuin. Ik was best een bang vogeltje. Ik durfde niet zoveel. En dat gold ook voor schommelen. Met mijn buik op de plank en zo ging ik heen en weer. En het vriendje maar voor doen hoe het echt moest. Op een dag durfde ik het aan en zowaar...ik kon echt schommelen. Hij gilde naar zijn moeder. En mijn moeder. Ze kwamen allebei aangehold en waren opgelucht toen hij met trots liet zien dat ik kon schommelen. In de tuin hebben we kinderkoffie gedronken, was heel interessant maar echt lekker, nee.

 

Pyamafeestje

 

 

 

 

De buurvrouw en mijn moeder deden bij elkaar de krulspelden in het haar.

De wijk moest vernieuwd worden. Bewoners moesten vertrekken. Huizen werden opgekocht en voor de huurders andere woningen gezocht. Zo vertrokken onze buren naar een andere wijk. Mijn vader wilde niet verhuizen. We hadden een fijn huis met een leuke tuin waar hij zijn kippetjes kon houden. Maar je trekt toch aan het kortste eind dus ook wij moesten weg. Maar dat ging niet gemakkelijk, voor de gemeente althans. Mijn vader eiste een soortgelijke woning anders gingen we niet weg.
Kwam er dus op neer dat de meeste huizen leeg stonden, dichtgetimmerd of al afgebroken. Het werd steeds meer een spookwijk. Daarentegen was het een paradijs om te spelen. Weet je hoe goed je je kan verstoppen in een straat vol lege panden? En wat dacht je van vader en moedertje spelen?
Uiteindelijk heeft mijn vader wel zijn zin gekregen en kregen we een eensgezinswoning toegewezen in een nieuwe wijk, zuidbuurt.

En echt, ons oude huis was dan wel een heerlijk huis maar ook oud. Tocht, lekkage en dan de riolering. En dan kom ik terug op de afstap bij de voordeur. Bij een beetje flinke bui, zo een waar de druppels op het water paardenogen lijken, stroomde het water vanuit de stoep ons huis binnen. En als toetje liep het toilet over. Wij, de kinderen, moesten op de trap zitten zodat we niet vies werden en niet in de weg liepen. We zagen de drollen voorbij zwemmen.
Alles was toch wel een beetje uit de tijd. Zeker toen we een

                                                                                                 We waren niet de allerlaatste die weg gingen

huis kregen wat nog maar 10 jaar oud was. Mijn moeder moest erg wennen. De gehele kamer was net zo groot als in het andere huis de achterkamer. Maar minder stoffig en harde muren. Dus minder kans op wandluizen.

Zo gingen we dus verhuizen, van de verlaten 1ste van Leyden Gaelstraat naar de Mr. Verschuurstraat.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb