Je weet pas wat je mist als het er niet meer is.

We zitten nu in de donkere dagen na kerst. En over een paar dagen ook het einde van dit jaar. En zet mij toch aan het denken.

Een aantal jaren geleden waren wij met kerst op vakantie in sauerland, in het plaatsje Bleche. Dat ligt in de buurt van het rothaargebergte. We waren dat jaar samen met mijn oudste zus en zwager. Vlak na de kerst wilden we nog een eindje wandelen met aansluitend wat eten in het eettentje op een berg(je) met een prachtig uitzicht. We zijn Peter, Inge, Lianne en ik met onze hond Anouk.

We moesten het eten wel verdienen dus eerst een eindje banjeren in de sneeuw.

Het was prachtig weer en er lag een flink pak sneeuw. Dat trok meerdere mensen.

Na een eindje lopen werd het steeds rustiger en weer wat verder stil. Het werd ook schemerig dus wilden we maar terug naar de auto en restaurant.

Maar….. waar waren we nu?!?

We liepen dapper verder. En verder. En verder. Ondertussen werd het donkerder en zeker niet warmer.

We liepen door en hielden de moed erin. Ook bleven we lopen om het niet nog kouder te krijgen. I.p.v. dat we iets bekends zagen of een huis werd het steeds donkerder door het bos en de paden lastiger om te lopen vanwege de sneeuw.

We zongen liedjes en fantaseerden wat we straks zouden eten.

Maar het werd steeds stiller, in geen velden of wegen zagen we een huis of levende ziel.

Wat er dan allemaal door je heen gaat!

Waarom heb ik nooit zo intens genoten van de warmte uit de CV.
Heerlijke warme douche en het bed met een dekbed waardoor je een lekker holletje kan maken.

Daarna hoop je gewoon dat iemand ons vindt. We gingen zelfs kijken of we ergens beschut de nacht konden doorkomen want het werd steeds later.

Doordat we maar een klein stukje zouden lopen hadden we de telefoon in de auto laten liggen dus konden we ook geen hulp inroepen.

Wat we wel hadden was een blauw zaklampje aan de sleutelbos van Peter. Het was dit lampje die er voor zorgde dat we onze eigen voetstappen in de sneeuw zagen. Deze voetstappen zijn we gaan volgen zodat we de weg terug konden lopen. En uiteindelijk gingen we weer dingen herkennen. De scheve boom, de kapotte bank en uiteindelijk….. de auto.

We waren zo ongelooflijk blij, opgelucht en dankbaar. We hadden zeveneneenhalve uur in de sneeuw gelopen. We waren verkleumd, moe maar boven alles zo ongelooflijk blij.

Het restaurant was ondertussen natuurlijk dicht maar dat deerde ons niet. Het enige wat we wilden was naar het huisje.

Mensenlievens, wat kan je genieten van een warme auto en daarna warm huisje, bad en warm eten. Mijn zus was ook enorm opgelucht. Ze wilden nog een kwartier wachten en dan toch echt hulp inschakelen.

Was gelukkig niet nodig.

Het heeft best een tijd geduurd dat dit avontuur een plekje kreeg en dat we er wel om konden lachen.

Maar wat kan je gelukkig zijn dat je gewoon in je bedje kan stappen

Dit jaar lag ik in het ziekenhuis met een slang door mijn neus en keel om mijn maag te ontzien. Door de slang ging het eten en drinken. Ik mocht dus alleen kleine slokjes water drinken om mijn mond en keel vochtig te houden.

Tjonge, wat wilde ik graag een groot glas water in één keer naar binnen klokken. En ook fantaseerde ik dat ik een lekker zoet ijskoud glas sinas kon drinken. Grappig, want dat drink ik zelden.

Toen de slang eruit was mocht ik nog niet gelijk los gaan maar echt, de eerste volle glas met drinken was nog nooit zo lekker.

Het is zo cliché maar het is echt….

Je merkt pas wat je mist als het er niet meer is.

Maak jouw eigen website met JouwWeb